donderdag 17 juni 2021

A.L. Snijders – Ruim water


 

Na de dood van A.L. Snijders verdiepte ik mij nog wat meer in zijn werk. Ik gaf toe aan de neiging om de boeken die ik eerder vanuit de bibliotheek las alsnog tweedehands aan te schaffen. Toen kwam ik erachter dat ik een van zijn oudere bundels nog niet gelezen had. Ruim water is het vervolg op Voordeel schutter die ik wel gelezen heb. Er staan stukken in die hij schreef voor het Parool in de jaren 1987 en 1988, dus voor de uitvinding van het zkv. Ruim water verscheen in 2012.

 

De stukken zijn wat langer dan de latere zkv’s, maar hebben vaak eenzelfde opbouw. Ze lijken willekeurig tot stand gekomen. Hij gebruikt citaten en brieven van anderen, neemt zijn dagelijkse beslommeringen op in een verhaal en geeft er een gekke draai aan, niet zelden eindigt hij met een filosofische twist. Dat voor de lezer niet altijd duidelijk is wat de onderwerpen in een stuk met elkaar te maken hebben, vindt hij niet erg. Het mooie van deze bundeling is dat ook de begeleidende brieven aan de redacteuren van het Parool er in zijn opgenomen. Hij licht daarin de keuze van zijn onderwerpen toe, geeft wat meer uitleg en verbetert de redacteur als hij een woord heeft veranderd in het stuk. 

 

Prachtig is een verhaal over zijn broer, die in niets op hem lijkt. Hij is het volkomen tegendeel van hem. Hij was de verloren zoon, de zondebok: brutaal, ondernemend en vrij. Hij maakte als jongeling het Oostenrijkse dienstmeisje van de buren zwanger en trouwde met haar. Het huwelijk duurde niet lang. Hij leefde in Afrika en Zuid-Amerika, enzovoorts. A.L. Snijders schrijft het prachtig op. Het is het leven dat hij misschien wenst maar nooit heeft geleefd. Ontluisterend is het te lezen in de begeleidende brief dat deze broer nooit heeft bestaan. Toch legt hij uit dat veel van de verhalen aan de werkelijkheid zijn ontsproten. Achteraf dacht ik, ik had het moeten opmerken. Dit verhaal was té mooi om waar te zijn.

 

Hij mocht over alles schrijven was de afspraak van het Parool. Soms aarzelt hij over een onderwerp. Toch besluit hij te schrijver over de reparatie van zijn plafond. De titel van het stuk heet Lapje en hij schrijft over een houten lapje waarmee het een stukje plafond heeft opgeknapt. Hij is trots op zijn werk. Daarna schrijft hij over een ritje op de autoweg en komt tot het formuleren van een stuk weg als een lap asfalt, “het ligt beter in de mond dan een lap hout.” Het gaat eigenlijk over niets en toch is het stuk leuk om te lezen.

 

Mooi is het verhaal dat hij als jongeman graag in contact wilde komen met beroemde mensen. Hij had een vriendinnetje die hem meenam naar een beroemdemensenfeest. “Er waren wel zestig gasten, alle leeftijden door elkaar, het was een ruisend zomerfeest.” Het was voor hem te veel. “Ik liet Josje niet merken hoezeer ik geïmponeerd was door deze vloeiende manier van leven.” Niet veel later ging het uit met josje. 

 

Afkomst en klasse is een terugkerend onderwerp in zijn stukken. A.L. Snijders is misschien een socialist, maar als hij iets kritisch zegt over Marx gaat hij volgens anderen weer te ver. Tegenover het geloof is hij zeer kritisch. Hij is een voorstander van openbare scholen en tegen het subsidiëren van christelijke en katholieke scholen onder het mom van godsdienstvrijheid. Met smaak citeert hij een van de Verlichtingsdenkers. “Diderot heeft gezegd dat de mens pas vrij zal zijn als de laatste koning gewurgd is met de darmen van de laatste priester. Mijns inziens een overdreven optimistische uitspraak, maar wel erg leuk,”

 

Soms kan A.L. Snijders doorzagen over een onderwerp. Ik kan mij voorstellen dat hij niet voor iedereen zo aardig was zoals hij overkwam op bijvoorbeeld de radio. Hij leerde een man kennen in de trein, ook een schrijver. Zij schreven brieven aan elkaar en waren het nooit met elkaar eens. Hij citeert hem in een stuk, waarop de man fel reageert en hem vraagt dit niet meer te doen. De toon is uitermate agressief. Vervolgens plaatst hij gewoon deze hele brief in een volgende column. Niet zo netjes van hem en misschien ook zinloos.

 

Er komt op zeker moment een nieuwe hoofdredacteur die niets ziet in zijn schrijfsels. Hij moet stoppen en is hier redelijk verbitterd over. Tot slot nog een citaat uit een stuk van de meester van het zeer korte verhaal. Het gaat over het maken van keuzes en het innemen van een standpunt. Hij voelt zich aangesproken wanneer iemand in het Parool zegt zich te ergeren aan mensen met schone handen. Hij ziet nietsdoen juist vaak als de beste houding en citeert  Toergenjev. 

 

Gij die in rust wilt leven! 

Onderneem nooit iets,

Maak geen plannen,

Vertrouw nergens op en vrees niets!!

Geen opmerkingen: