zondag 9 februari 2020

Karel Capek – R.U.R.

Karel Čapek schreef honderd jaar geleden het toneelstuk Rossum's Universele Robots, afgekort R.U.R. Waarschijnlijk gaat dit gegeven in Nederland zonder enige media-aandacht voorbij. De première van R.U.R.vond plaats op 25 januari 1921 in het Nationaal Theater van Praag. De decors waren strak, met felle kleuren en geometrische vormen. Het stuk had onmiddellijk succes. Het werd vertaald in vele Europese talen en overal in Europa in belangrijke theaters opgevoerd. Zelfs in Japan stond R.U.R. op de planken. Karel Čapek werd hiermee de bekendste Tsjechisch schrijver. Hij kreeg ook naam als bedenker van het woord robot, hoewel zijn broer Josef dit woord, afgeleid van het Slowaakse woord voor arbeider, hem aangereikt had.

Het verhaal van R.U.R. speelt zich af op een eiland in de nabije toekomst, eind twintigste eeuw schat ik in. Hier staat de fabriek die duizenden robots per dag produceert. De robot is een uitvinding van de wetenschapper Rossum en diens zoon, de jonge Rossum. Beiden zijn inmiddels overleden en een klein team leidt de fabriek en het eiland. Voor de productie van robots gebruikt men nog steeds de aantekeningen van Rossum. In het Voorspel wordt uitleg gegeven over de uitvinding. “De natuur heeft maar één manier gevonden waarop levende massa geordend is.” De oude Rossum vond een andere, meer eenvoudige manier om leven te maken. 

Bij het nabootsen van de menselijke anatomie zag de jonge Rossum dat de mens veel te complex is. Voor zijn robots liet hij alle overbodige functies weg. Het ging erom een arbeider te maken die geen menselijke behoeftes heeft als pijn, verdriet, vreugde. Een robot kent ook niet de overbodige kindertijd, maar kan na productie meteen aan het werk. Deze robots dienen slechts de mens. 

De productie van robots werd in de loop der jaren steeds goedkoper. De prijzen voor bijvoorbeeld voedsel daalden hierdoor sterk. Mensen kunnen nu doen waar zin in hebben. Er is een paradijselijke toestand ontstaan. Deze uitleg wordt door Domin, de algemeen directeur van Rossum’s Robots, gegeven aan Helena Glory. Zij is de dochter van de president en bezoekt het eiland omdat zij nieuwsgierig is naar de productie van robots.

Met de komst van de jonge vrouw verandert er het een en ander op het eiland. Alle mannen binnen het bedrijf (dat is maar een handjevol) worden verliefd op haar. Zij trouwt met Domin. Dit komen we te weten in het eerste bedrijf. Helena is tien jaar op het eiland. De productie van robots is alleen maar gegroeid. Miljoenen robots bevolken de aarde. Zij worden ook ingezet om oorlogen te voeren. Om de een of ander reden worden er geen mensenkinderen meer geboren. Met zoveel robots is dit kennelijk niet meer nodig. “Omdat de mens eigenlijk een overblijfsel uit een vroegere tijd is geworden. Het lijkt er nu immers al op alsof de natuur zich beledigd is gaan voelen door de productie van Robots.”

Helena heeft menselijke gevoelens voor een aantal robots. Zij vindt het onmenselijk wanneer zij gedemonteerd en tot pulp gemaakt worden. Aan dr. Gall vraagt zij of de robot Radius een ziel heeft. Hij antwoordt: “Weet ik niet, hij heeft wel iets akeligs.” Uiteindelijk blijkt zij een van de mannen te hebben overtuigd om een aantal menselijke robots te maken. Wanneer zij meer op ons zouden lijken, zouden zij ons ook beter begrijpen, denkt zij. Het omgekeerde is het geval. De robots komen in opstand en roeien de mensheid praktisch geheel uit. Eén arbeider overleeft en moet de robots helpen aan nieuwe robots, maar dit is niet eenvoudig. De aantekeningen van Rossum zijn door Helena verbrand.

Čapek geeft met deze dystopie vooral kritiek op ontwikkelingen in zijn eigen tijd, met name op het kapitalisme en de dreiging van absolute dictaturen. Ergens vraagt men aan Domin of de productie van robots niet omlaag kan. Hij geeft aan dat de directeur dat niet bepaalt maar dat dit slechts het spel is van vraag en aanbod. Met andere woorden, we staan machteloos tegenover de krachten van het kapitalisme. Dit soort opmerkingen, ook bijvoorbeeld over het rationaliseren van arbeid, hoor je voortdurend in het stuk.

Wat nogal clichématig is in het stuk is de tegenstelling ratio en gevoel. De redeloze robots voelen geen pijn en hebben geen ziel. Zodra zij wel een ziel krijgen, komen zij in opstand en gaat het mis. Het is een vrouw die ervoor zorgt dat een paar robots gevoel ontwikkelen. Zij is op het eiland aangekomen en heeft, overigens met de beste bedoelingen, de paradijselijke toestand beëindigd, waarmee meteen de hele mensheid zo goed als vernietigd wordt. Aan het einde van het stuk verlaten twee verliefde robots het eiland. Als Adam en Eva proberen zij opnieuw te beginnen. Of dit lukt laat Čapek niet zien. Ondanks deze cliché-elementen is R.U.R. nog een redelijk actueel stuk. Het zou zo opnieuw opgevoerd kunnen worden. Ik verwacht dat volgend jaar 25 januari, precies honderd jaar na de eerste opvoering, in Tsjechië het stuk zal worden opgevoerd, in Nederland niet.

Geen opmerkingen: