Op 1 juli 2018 overleed Armando. Hij had een map met gedichten en verhalen klaarliggen voor publicatie. De titel had Armando al bepaald: Toch. Het werk is niet verrassend en ligt geheel in de lijn van zijn vorige werk. De stijl is kaal, de teksten kort. De onderwerpen: schuld, de dood, het kwaad en het landschap.
De bundel zit vol landschapselementen: bossen natuurlijk, met schuldige bomen, maar ook wolken, struiken, meren en de zee. Het verhaal De Vraag is een Herenleed-achtig verhaal. Een man maakt een ochtendwandeling. Een andere man duwt met een wandelstok in zijn buik en vraagt of hij een vraag mag stellen. Er volgt een dialoog. Ik zie de twee mannen meteen voor mij staan in een onherbergzaam landschap. Dit is het enige verhaal met dialoog en enige opsmuk. De meeste teksten zijn kernachtiger. Een voorbeeld van een zeer kaal gedicht is Ze.
Dit zijn ze.
Tenminste, wat er van ze over is.
ze zijn half vergaan,
je kunt ze nauwelijks herkennen.
Toch
zijn ze het.
De dreigende sfeer in het gedicht is kenmerkend voor veel van de gedichten in deze en andere bundels. De prozastukken in Toch zijn kort, nauwelijks een pagina, soms een paar zinnen. De lijn tussen proza en poëzie is dun, vooral omdat de thematiek dezelfde is. De dreiging weet Armando goed te combineren met relativeringsvermogen en onderkoelde humor. In het verhaal Vandaag is dit heel sterk. Als afsluiter de hele tekst van het verhaal.
Er schoot me plotseling iets te binnen: ze zouden vandaag langskomen om me uit mijn lijden te verlossen, dat wil zeggen om me dood te schieten. Even op de klok kijken, ja, het was al middag en ik had beslist geen bezoek gehad. Misschien kwamen ze nog, ze hadden het immers beloofd. Maar nee, ik heb gewacht tot twaalf uur ’s nachts, mooi dat ze niet gekomen zijn.
Het lijkt erop dat niemand meer te vertrouwen is.
Bovendien leed ik niet, dus ik hoefde niet verlost te worden, maar ik wilde gewoon dood. Dat mag toch.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten