zondag 6 mei 2018

F. Starik – Moeder doen

Na het succes van ‘Ma’ van Hugo Borst en de daarop volgende discussie staat het onderwerp ouderenzorg volop in de belangstelling. De onlangs overleden F. Starik schreef in 2013 een boek over zijn dementerende moeder, waarin naast zijn wanhoop, misstanden in de ouderenzorg een onderwerp is.


‘Moeder doen’ bestaat uit drie delen: Vertrekhal, Vlucht en Landing. De korte aanduidingen zeggen al iets over de stijl van F. Starik: kort en helder. Aan het begin van zijn verhaal is zijn moeder nog redelijk goed. Zij woont zelfstandig, maar is vaak dingen kwijt. Zij heeft een auto in de garage staan - hoewel zij niet meer rijdt - en haar hondje  Bonny laat zij zelf iedere dag uit. De laatste tijd drinkt zij veel rode wijn. “Ik heb erover gedacht om moeder te helpen. Ze heeft het zelf gezegd. ‘Als ik ooit dement word, moet je mij maar doodschieten.’ Maar ik heb geen geweer.”

In het eerste deel beschrijft F. Starik de langzame achteruitgang. Zijn moeder kan steeds minder. De zorg komt meer en meer bij hem, zijn lief en de twee broers te liggen. De dagelijkse dingen, zoals het huishouden doen en afspraken bijhouden, gaan steeds minder goed. Moeder wordt vaak gebeld door aanbieders van zorgverzekeringen of goede doelen. Zij zegt overal ja tegen. “Je kunt haar een willekeurige acceptgiro sturen: ze zet haar handtekening en betaalt.”

Over vroeger praten gaat prima. Via deze weg vertelt F. Starik zijn familiegeschiedenis. Zijn vader was afkomstig uit een rijk milieu. Hij vocht in Indonesië, trouwde een eenvoudig meisje en vond een dito baantje. Het gezin woonde in een rijtjeshuis. Op een dag verdween hij door een gat in de vloer.

De achteruitgang betekent dat moeder steeds minder dingen zelfstandig kan. F. Starik beschrijft heel mooi hoe zij voor het laatst met de trein reist. Zij gaat op weg naar Utrecht, waar het lief van F. Starik woont. Moeder heeft een telefoon. Zij bellen vooraf een paar keer, maar in de trein zet zij haar telefoon uit, uit zuinigheid. Haar overtuigen dat zij dan niet meer bereikbaar is, lukt niet. Zij komt zoals vaker een half uur te vroeg aan. F. Starik en zijn lief staan strategisch opgesteld en weten haar zo te onderscheppen. Zij blijft zich verbazen over de grootte van het station. Wanneer zij later een terras hebben overgestoken is moeder opgelucht dat de ober hen niet gezien heeft, want we hebben niets besteld.

Dit zijn grappige anekdotes. Later in het boek treedt het verval in. Zij staat al ingeschreven in een verzorgingshuis in Amsterdam. Wanneer zij valt en haar heup breekt belandt zij in het ziekenhuis. “Ik kijk naar het rommelige hoopje lichaam dat in het ziekenhuisbed ligt. Ik kan me niet voorstellen dat dit ooit mijn moeder is geweest, een sterke jonge vrouw…”

Terug naar huis gaan is geen optie. Zij komt terecht in ‘De Tuinen’, op een afdeling met zwaar demente ouderen. Moeder is hier nog veel te goed voor. Dit is de fase waarin zij nog half beseft wat er aan de hand is. ’s Morgens wordt zij wakker en vraagt zich dan af waar zij is. Steeds opnieuw wordt haar verteld dat zij haar heup heeft gebroken. Keer op keer vraagt zij wanneer ze naar huis mag en waar haar hondje is. Vaak moet zij huilen.

F. Starik bezoekt haar bijna elke dag. Hij trekt het nauwelijks. Hij vertrekt soms weer snel, bijvoorbeeld als zijn moeder vraagt of hij niet moet werken. Of hij zegt zelf nog boodschappen te moeten doen. Het personeel geeft aan dat zij moet wennen. Maar het went niet. De familie zet zich in om voor haar een betere plek te vinden. Uiteindelijk lukt dit. Ook hier moet moeder wennen. Zij stelt weer steeds dezelfde vragen. Toch lijkt zij wat meer rust te hebben gevonden, maar beter wordt zij natuurlijk niet.


Met ‘Moeder doen’ heeft F. Starik een liefdevol een eerlijk boek over zijn moeder geschreven. Het is sterk vergelijkbaar met ‘Ma’ van Hugo Borst, maar nog iets beter geschreven. Het feit dat de schrijver niet zo lang geleden zelf is overleden maakt sommige passage extra pijnlijk. “Misschien weet ze het allemaal wel, maar weigert ze te geloven dat het hier eindigt, haar verhaal, in deze kamer, op deze gang, tussen deze mensen, in Amsterdam.”

Geen opmerkingen: