woensdag 18 december 2013

Miriam Guensberg – Poolse tranen


De hoofdpersoon in Poolse tranen is Tanek. De roman draait om zijn verhaal. Hij heeft als Poolse legerarts de bevrijding van Nederland meegemaakt en is hier gebleven. Nu is Tanek 97 jaar oud en woont op het platteland. Hij heeft twee kinderen, die buiten Nederland wonen, maar er is een buurvrouw Maro waar hij het uitstekend mee kan vinden. Zij heeft een kind dat een speciale plek inneemt in het leven van Tanek. Een van de kinderen van Tanek is Dana. Zij speelt ook een belangrijke rol in het boek.


Vooraf had ik verwacht dat langzaam het levensverhaal van Tanek onthuld zou worden. Elk hoofdstuk heeft het perspectief van een van de karakters: Tanek, Dana, etc. In het begin wordt langzaam duidelijk wie wie is en hoe de verhoudingen liggen. Knap is dat elke hoofdstuk in de tijd verspringt, maar dat het steeds een logische overgang vormt. De spanning zit erin dat je telkens een deel van het verhaal te lezen krijgt, maar dat er ook telkens een nieuw klein raadsel bij komt.

Wat ik echter jammer vind is dat deze raadsels en zijpaden de hoofdmoot van het boek gaan vormen. Niet alleen vertelt Guensberg de geschiedenis van Tanek, veel te kort naar mijn zin, maar in het boek komen ook twee moorden voor. Verder blijken twee kinderen een andere vader te hebben dan altijd was gedacht, er komt een drugshandelaar in voor, het leven van de zoon van Maro komt uitgebreid aan bod, de broer van Dana duikt op, een strijdmakker van Tanek speelt een cruciale rol, etc.

Het is gewoon teveel, vooral omdat iedereen een geheim bij zich draagt, dat verderop onthuld moet worden. Op pagina 181 komt even de moeder van Dana, dus de vrouw van Tanek, voorbij. Zij kwam lang geleden door een ongeval om het leven: ‘ Was het een ongeluk? Of Opzet’, schrijft Guensberg, weer een raadsel erbij.

Dit alles leidt af van het verhaal van Tanek. Misschien had de schrijfster er twee boeken van moeten maken: één boek rond de levensgeschiedenis van Tanek, verteld via allerlei ingenieuze omwegen, zoals in Poolse tranen bijvoorbeeld aan de hand van een teruggevonden opstel van de broer van Dana. Het tweede boek zou dan een soap-achtige thriller kunnen worden.

Al met al vind ik Poolse tranen goed geschreven, de verschillende perspectieven bieden genoeg afwisseling, maar het is niet het boek dat ik vooraf verwacht had te zullen lezen. De geschiedenis van de Poolse bevrijders van o.a. Breda verdient het om ooit uitgebreid te worden vastgelegd in een roman.

Geen opmerkingen: