zondag 11 mei 2025

Arnold Schalks - Nachtkaars


 

Er worden historische romans geschreven waarbij de tijd en plaats min of meer decor zijn - een verhaal moet zich immers ergens afspelen - en er zijn historische romans waarbij het decor, de historische setting een groot deel van het verhaal uitmaakt. Nachtkaars is zo’n roman van de tweede categorie. Het verhaal speelt in Leiden en beslaat de periode 1900-1947. Schalks introduceert een aantal levensechte personages, maar zijn interesse gaat vooral uit naar technische ontwikkelingen in deze tijd. Vandaar dat een van zijn personages werkt in de sterrenwacht, een ander conciërge bij de Hortus is en er tal van nieuwe vindingen voorbij komen, zoals de automobiel, de zeppelin, de pathéphone en de elektrische tram. 


In de roman volgen we de drie Leidse gezinnen Verlaat, Nachtzaam en Oosting, de hoofdstukken dragen de titels van deze en andere achternamen. Dat is wel zo overzichtelijk, want er gebeurt veel en Schalks heeft een compacte en wat ouderwetse manier van vertellen die mij overigens wel aanspreekt. Naast zijn aandacht voor techniek neemt hij maatschappelijke ontwikkelingen mee in het verhaal. Zo is Victor Nachtzaam betrokken bij de arbeidersbeweging en maakt zijn zoon Bob, die ook op de blauwe tram werkt, mee dat er conductrices worden aangesteld, vooral omdat zij goedkoper zijn dan mannelijk personeel. Het wordt geen succes, want zowel collega’s als publiek reageren zo afwijzend dat de een na de ander ontslag neemt.

 

De twee kinderen Teun en Jet Verlaat zijn beiden technisch zeer begaafd; de jongen werkt na schooltijd in de autogarage van zijn oom, het meisje heeft een telmanie. Beiden kunnen hun talenten niet goed ontplooien, deels vanwege hun afkomst, maar bovendien loopt Jet als vrouw tegen veel onbegrip aan. Een directe reden dat Teun al jong zijn werk in de garage stopt is een dramatische gebeurtenis die hem met Ron, de zoon van Victor Nachtzaam verbindt. Dit geheim is een van de weinige spannende plotontwikkelingen in het boek, de basis is het chronologisch vertelde verhaal van de drie families met huwelijken, geboortes, ongevallen en sterftes. 

 

Schalks vertelt het allemaal heel natuurlijk en weeft er als vanzelf de technische geschiedenissen doorheen. Hij verzandt niet in wetenschappelijke details, maar schuwt ook niet om de werking van een apparaat uit te leggen. Hij weet dit uitstekend te combineren met de ontwikkeling die een personage doormaakt. Een voorbeeld is dat Teun en Jet Verlaat de pathéphone (een voorloper van de platenspeler) van hun moeder willen repareren omdat zij gebaat zou zijn bij muziektherapie; ze is namelijk overspannen en zit in een inrichting. De kinderen halen het apparaat uit elkaar en zo gunt de schrijver ons een kijkje in de binnenkant van de pathéphone. Op dezelfde manier weet hij allerlei geschiedenissen over de Hortus in zijn verhaal te vermengen doordat Mart Oosting er niet alleen werkt, maar in de avonduren de geschiedenis van de tuin bestudeerd. Heel mooi vind ik de aandacht die hij schenkt aan uitvindingen die niet erg succesvol waren, zoals de postraket om brieven snel over grote afstand te vervoeren en een methode om regen op te wekken. Hij maakt ook inzichtelijk dat deze en andere uitvindingen niet geheel zonder gevaar waren. In bijvoorbeeld de elektriciteitscentrale en in een vuurwerkfabriek vinden geregeld dodelijke ongelukken plaats.

 

De roman bestaat uit drie delen, waarvan het eerste en langste deel loopt tot aan de Tweede Wereldoorlog, dan volgt de oorlogsperiode en tot slot een kort naoorlogs deel. In de oorlog is goed te zien welke invloed de bezetting heeft op het openbaar vervoer, het werk in de sterrenwacht en in de Hortus Botanicus. Sterk is dat bijvoorbeeld de vuurwerkfabriek weer voorbij komt en dat een van de personages bij het zien van de V2 raketten terugdenkt aan het experiment met de postraket. Een deel van verhaal gaat ook over de eerste oorlogsdagen, het verzet, de arbeidsinzet en de vervolgingen. Opvallend is dat hij op één zin na niets schrijft over de vervolging en deportatie van 270 Joden in Leiden.

 

Nachtkaars is een historische roman die heel dicht bij de werkelijkheid blijft. Bovenal voor wat betreft alle uitvindingen en technische ontwikkelingen die in het boek voorbij komen, maar dit geldt, voor zover ik dat kan beoordelen, ook voor tal van historische gebeurtenissen die plaatsvonden in Leiden. Ik ga ervan uit dat het verhaal van die ene Duitse parachutist die in de meidagen van 1940 in de Hortus landt historisch juist is, net zoals de bus die moest uitwijken, een brug flink beschadigde en daarna de gracht inreed. En zo zijn er vermoedelijk meer details die exact kloppen. Dat alleen al is een enorme prestatie, maar Arnold Schalks weet de vele gebeurtenissen feilloos in het verhaal van drie families in te passen, een goed geschreven verhaal dat nergens hapert of inzakt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten