vrijdag 3 oktober 2025

Nicolien Mizee – Schrijfles


Jarenlang gaf Nicolien Mizee schrijfles aan de Volksuniversiteit en de Schrijversvakschool. Ze schreef hierover in onder meer NRC. In 2009 werden deze columns gebundeld, deze nieuwe uitgave is uit 2025. Je herkent ogenblikkelijk de stijl van Mizee: nuchter, grappig en vol zelfspot. Ze beweert dingen met absolute zekerheid. Wanneer een leerling soms doorvraagt weet ze meestal geen argumenten te geven, maar dat doet haar niet twijfelen aan haar gelijk. In het voorwoord citeert zij Karel van het Reve: ‘Voor wie meent iets te zeggen te hebben: verzaak nimmer de dure plicht om dat zo duidelijk en eenvoudig en eerlijk en naïef mogelijke te doen.’ Veel leerlingen denken hier anders over; zij houden van onbegrijpelijkheden en willen graag dingen suggereren in plaats van ze gewoon te zeggen.


Een van de stokpaardjes van Mizee is dat er een wet is die voor ieder verhaal geldt: iemand wil iets, dit gaat mis, en dan gebeurt er iets anders. Zij hamert er telkens op dat de hoofdpersoon gedreven wordt door iets. Zij krijgt veel teksten terug waar dit onduidelijk is, waardoor het verhaal rammelt. Een leerling heeft een verhaal geschreven met een uitstekende plot, maar de hoofdpersoon blijft kleurloos omdat zij aan het eind hetzelfde is als aan het begin. De leerling werpt tegen dat personages uit de wereldliteratuur soms ook niet veranderen, zoals Madame Bovary of Anna Karenina. Maar deze gaan dood, antwoordt Mizee. De ontdekking wat de wil van een personage is maakt het schrijven makkelijker, er is een richting waar het verhaal op kan gaan. Al weet zij zelf als schrijver vaak niet waar de hoofdpersoon allemaal in verzeild zal raken. Het personage gaat steeds meer leven en blijkt inderdaad een eigen wil te hebben.

 

Over hetzelfde verhaal zegt een andere leerlinge dat zij de vrouw wel voor zich ziet en dat de plot in het verhaal een actueel gegeven is ‘met die Marokkanen erin.’ Nicolien Mizee moet hier niets van hebben. Waarom zou literatuur actueel moeten zijn? ‘Er is al zoveel actualiteit, overal om je heen.’ Zij geeft een groepje de opdracht een scène te schrijven vanuit een veertienjarige. Bijna iedereen probeert eigentijds te zijn met kreten als ‘Vet cool’. Het ergert haar. Het zijn types, die je ook voortdurend in de media voorbij ziet komen, geen echte mensen. Sommige leerlingen krijgen hun personages maar niet levend, maar wanneer Mizee in de pauze met hen staat te kletsen vertellen ze de wonderbaarlijkste dingen over hun eigen levens. Merkwaardig dat zij dit niet opschrijven, misschien omdat zij het idee hebben dat dit geen literatuur is of omdat zij het gewoon niet durven.

 

De stukken in Schrijfles zijn luchtig en geestig, en er staat veel in over hoe ik ook kijk naar literatuur. Ik las het boek achter elkaar uit. In de laatste column schrijft Mizee over de vakantie na een jaar lesgeven. Ze gaat naar een museum, ziet een mooie serie portretten en leest het opschrift. Meteen overvalt haar de neiging een rode pen te pakken om de ronkende tekst in te korten. De portretten zijn meteen minder aantrekkelijk geworden. Ze is geen kijker, besluit ze, terwijl ze bijna onder een tram terecht komt. ‘Gauw naar huis. Lezen.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten