zondag 6 juni 2021

Ibram X. Kendi – Stamped from the beginning


Stamped from the beginning is een veelgeprezen werk over racisme in Amerika, of preciezer gezegd, over de geschiedenis van racistische en antiracistische ideeën in relatie tot bewuste of onbewust racistische daden. Ibram X. Kendi bespreekt in zijn ongekend rijke studie de zeshonderdjarige geschiedenis van Amerika, waarbij hij voortdurend schakelt tussen theorie en praktijk en bovendien de complexe wisselwerking ertussen onderzoekt. Zijn boek verscheen in 2016 en eindigt met Obama. In een voorwoord bij deze herdruk uit 2017 ontkwam hij er niet aan Trump te noemen, als reactie op Obama, zoals periodes van oplaaiend racisme telkens volgden op periodes van anti-racistische vooruitgang. Hij schrijft over Trumps verkiezingsoverwinning: "…showing its striking consistency within America’s history. Trump was shocking for me, but then again not shocking at all. This history prepared me for Trump, and all the other Trumps that could rise one day on the timeworn back of bigotry.”

 

Kendi’s boek bestaat uit vijf delen. Hij hangt zijn verhaal op aan vijf belangrijke historische personen, die in hun tijd op hun manier hebben bijgedragen aan het bestrijden van racistische ideeën. Hij besteedt aandacht aan hun denkbeelden, maar het is geen frame waar hij in blijft vastzitten. Zijn verhaal is een doorlopende geschiedenis, met extra aandacht voor deze vijf hoofdfiguren. Daarnaast behandelt hij uitvoerig het beleid van de belangrijkste presidenten. Racisme was vaak een politiek thema bij verkiezingen. In het voorwoord gaat hij in op (taal-)theoretisch kwesties. Wat verstaan we onder racisme? Ga je uit van de huidige betekenis van het begrip of plaats je de betekenissen ervan in de context van de tijd? Welke vormen van racisme, of welke theorieën over rassen waren er gangbaar door de eeuwen heen? Goed is dat Kendi niet verzuipt in te veel theoretisch analyses. Hij hangt zijn betoog op aan talloze voorbeelden. Grofweg onderscheidt hij over de gehele periode van zeshonderd jaar twee vormen van racistische ideeën (of van racisme): segregatie en assimilatie. In zijn studie plaatst hij de ideeën van segregationisten, assimilisten en antiracisten naast elkaar. De laatste groep accepteerde vaak ook een vorm van segregatie of assimilatie. In de verschillende periodes hadden deze groepen vaak andere namen, maar Kendi ziet hier wel een constante lijn in de geschiedenis van Amerika.

 

Kendi zet in zijn voorwoord ook een belangrijk misverstand recht. Vaak wordt de aanwezigheid van racisme verklaard uit onwetendheid en/of haat. Hierdoor ontstaan racistische ideeën en vervolgens discriminatie. Het is volgens hem omgekeerd. Door racistische ideeën, aangedragen vanuit geloof, filosofie, wetenschap of economische motieven, ontstaat juist haat en wordt deze aangewakkerd en gelegitimeerd. In het eerste geval is het idee ontstaan dat zwarten zich zo keurig mogelijk zouden moeten gedragen. Zij moeten het goede voorbeeld geven, assimileren, en racisten laten zien dat zij niet minder zijn. Uit onderzoek is gebleken dat racisten hiervoor niet gevoelig zijn. Het zien van in hun ogen minderwaardige mensen die laten zien net als zij te zijn, maakt hun haat niet minder. Zo hadden joden tijdens het Naziregime ook geen grotere overlevingskansen als zij zich keurig aan de regels van hun onderdrukkers hielden. Toch komt dit idee in de hele Amerikaanse geschiedenis telkens weer boven, zowel bij racisten als bij antiracisten. 


Een ander uitgangspunt is dat de geschiedenis zeker 'racial progress' laat zien, maar dat dit niet automatisch een afname van racisme betekent. Vooruitgang en toenemend racisme gaan samen op. De verkiezing van Trump laat dit duidelijk zien. De geschiedenis van racisme in Amerika is natuurlijk ook een geschiedenis van de slavernij. De schrijver begint zijn boek in Europa. Het begrip slaaf had eerst betrekking op Oost-Europeanen. Rond de Zwarte Zee bestond er vanuit Turkije een levendige handel in slaven. In Oost-Europa werden zoveel mensen tot slaaf gemaakt dat het begrip Slavisch van toepassing werd  op hele volkeren. Later verschoof de betekenis van het begrip en werd het woord slaaf exclusief gebruikt voor zwarte mensen. In de zestiende eeuw werden in Europa reisverhalen uit Afrika populair en ontstonden theorieën over Afrikanen. Het beeld dat uit de verhalen naar voren kwam was dat van op seks beluste beestmensen zonder cultuur of moraal. De culturele elites maakten kennis met deze mythe door o.a. werk van Shakespeare. Latere schrijvers, kunstenaars en filosofen zouden tot aan de Verlichting dit beeld in stand houden.

 

Tijdens de Renaissance werd binnen de wetenschappelijke wereld het begrip ras geïntroduceerd. Er werd gezocht naar verklaringen waarom er verschillende rassen bestaan, ervan uitgaand dat rassen bestaan. In de hiërarchie tussen de verschillende rassen stond het Afrikaanse altijd onderaan. Twee theorieën waren gangbaar. De christelijke ‘curse theory’: het zwarte ras was vervloekt en de ‘climate theory’: verschillen in huidskleur waren ooit ontstaan door verschillen in klimaat. Zou een Afrikaan langere tijd in Europa wonen dan zou hij vanzelf wit worden. Deze theorieën zorgden voor verschillende houdingen van slavenhouders. Voor aanhangers van de ‘curse theory; was het onnodig om tot slaaf gemaakten iets te leren of hen ‘beschaving’ bij te brengen. De ‘climate theory’ ging ervan uit dat door te gehoorzamen de ziel van een tot slaaf gemaakte gered kon worden. Slavenhouders stonden in de loop der tijd steeds positiever tegen het idee om tot slaaf gemaakten te bekeren tot het christendom. Zij zouden dan meer volgzaam en nederig worden. Cotton Mather (1663-1728) wordt door Kendi de first great assimilist genoemd. Deze predikant en veelschrijver uit Boston zette zich in voor een christelijke behandeling van tot slaaf gemaakten. Na bekering en met de juiste inzet zou hun ziel wit kunnen worden.

 

Met de Verlichting ontstaan de eerste belangrijke ideeën rond vrijheid en slavernij. Racistische ideeën voerden echter de boventoon. Denkers als Linnaeus en Voltaire dachten in hiërarchieën. De verschillende rassen waren los van elkaar ontstaan. Zwarte mensen werden hierdoor nog nauwelijks als mensen gezien en assimilatie was uitgesloten. Het woord mulat is hieruit ontstaan. Het woord gaat terug op mule, een kruising tussen een paard en een ezel. Net als een mule zou een mulat onvruchtbaar of minder vruchtbaar zijn. Tegen dit idee stond de bioloog Buffon, die ook uitging van verschillende rassen, maar deze zag als historisch gegroeid. Hij was tegen slavernij, maar niet op grond van een gelijkheidsbeginsel. Verlichtingsdenkers (ook Locke en Kant) predikten over het algemeen een vrijheidsideaal, maar dit gold  niet voor alle mensen. In de praktijk zag je deze dubbelzinnige houding terug bij president Thomas Jefferson (1743-1826). Hij streed voor vrijheid en voor een betere behandeling van slaven, maar bezat zelf honderden tot slaaf gemaakte mensen. Bovendien had hij een zwarte vrouw, waar hij kinderen mee kreeg; iets wat in zijn tijd een gangbaar verschijnsel was. 

 

De opstand in Haïti eind achttiende eeuw zorgde voor een schok bij Amerikaanse slavenhouders. De reactie was vaak een nog strengere behandeling van hun tot slaaf gemaakten. De abolitionisten in die tijd streefden ernaar hen juist te bevrijden. In hun ogen moesten slaven goed gedrag vertonen en zo hun witte overheersers laten zien dat zij waard waren vrij te leven. Kendi benadrukt dat dit natuurlijk ook een racistisch idee is. Abolitionisme kreeg in de loop van negentiende eeuw steeds minder ruimte. De vraag naar katoen was wereldwijd geëxplodeerd. Slavernij was volgens de elites noodzakelijk om deze vraag aan te kunnen. Er was uiteindelijk een burgeroorlog voor nodig om de slavernij in heel Amerika afgeschaft te krijgen. Kendi koppelt deze maatschappelijk veranderingen, waarvan deze een van de grootste was, direct aan racistische ideeën. 

 

Opmerkelijk is dat voor de burgeroorlog het racisme sterker was in de Noordelijke Staten waar de slavernij was afgeschaft. Ook legt Kendi de vinger op de zere plek wanneer hij de beweegreden van Abraham Lincoln naloopt. Het ging hem in wezen om het redden van de Union en niet om het afschaffen van de slavernij. Direct na de afschaffing ontstaat er een storm aan racistische protesten in het hele land. Deze hielden lang aan. Een verbijsterend verschijnsel in Amerika zijn de lynchpartijen. Het eigen rechter spelen was op veel plaatsen de gewoonste zaak van de wereld. Hele families kwamen kijken bij een lynchpartij. Tussen bijvoorbeeld 1889-1929 vond er – voor zover geregistreerd of achteraf te achterhalen - om de vier dagen ergens in Amerika een lynching plaats. Het duurde tot in de twintigste eeuw voordat hier wetgeving tegen kon worden doorgevoerd.

 

Het uit elkaar lopen van woorden en daden is een terugkerend onderwerp in Stamped from the beginning, Vaak zijn economische en politieke belangen maatgevend en niet de menselijke waarden. Het is ondoenlijk alle voorbeelden en feiten die Kendi presenteert hier samen te vatten. Ik heb tijdens het lezen van zijn boek talloze aantekeningen gemaakt. Hij betrekt een zeer breed terrein in zijn analyses en schrijft bovendien toegankelijk. Hij gaat in op freakshows en minstrel-shows met blackfaces en ander racistisch amusement. Hij staat stil bij de eugenetica en bespreekt Darwin en Spencer. Hij behandelt het terugkerende idee dat zwarten maar terug moesten emigreren naar Afrika, specifiek Liberia, een kolonie die met dit doel speciaal door Amerika was ingericht. Ook veel antiracisten zagen dit als een oplossing voor het ‘rassen’-probleem. Hij beschrijft de vicieuze cirkel van de huisvesting en het ontstaan van aparte wijken voor zwarten. In de twintigste eeuw ontstaan er nieuwe vormen amusement waar racistische denkbeelden van de wilde zwarte een prominente rol innemen: van Tarzan tot King Kong. In boks- en andere sporten leidde een overwinning van een zwarte sporter tot dezelfde racistische clichés. Jesse Owens, die in Nazi-Duistland in 1936 vier gouden medailles behaalde zei later dat de Nazi’s hem beter hadden behandeld dan veel witte mensen in Amerika. 

 

De mensenrechtenactivist W.E.B. Du Bois (1868-1963) zette zich o.a. in voor algemeen kiesrecht. Hij verzette zich hevig tegen maatregelen om zwarten het stemrecht te ontnemen. Zijn gedachte was dat racistische ideeën dom zijn, en dus dat wetenschappelijk onderzoek helpt om dit te bestrijden. In de twintigste eeuw doet het idee van uplift suasion meer en meer opgang. Kort gezegd zouden zwarte mensen de racist van mening moeten doen veranderen door te laten zien dat zij goede burgers zijn. Kendi bestempelt dit idee als racistisch. Een aanverwant idee is dat meer positieve beelden van zwarten in de media, racisme zouden doen verdwijnen. Maar uiteindelijk zijn de slachtoffers van racisme niet het probleem maar de racist.

 

In de naoorlogse periode beschrijft Kendi de burgerrechtenbeweging, de black power protesten, de opkomst van Martin Luther King, de afnemende armoede onder de zwarte bevolking in de jaren zestig, het onderscheid tussen individueel en institutioneel racisme en vele andere onderwerpen. Als focus in het laatste deel koos hij het veelbewogen leven van Angela Davis. Zij was zowel wetenschapper, schrijver als activiste. In dit deel bespreekt Kendi ook veel rapporten en studies, waarbij hij steeds het verband legt met de politieke, economische en juridische werkelijkheid. Uitgebreid gaat hij in op de verkiezingen en het beleid van de presidenten.

 

Kendi ziet een patroon bij verkiezingen. Vooraf, bij de start van een campagne, beweren politici zich in te zullen zetten voor rechten van de zwarte bevolking, maar gedurende de campagne krijgen racistische belangengroepen de overhand en zoekt een president naar een ‘compromis’. De conclusie is dat presidenten vaak geen keuzes durfden te maken vanwege breed gedragen racisme onder de kiezers. En steeds vaker worden in beleidstukken, in toespraken e.d. de termen wit en zwart bewust of onbewust gemeden. Het gaat over armoedebestrijding en nog vaker over misdaad- en drugsbestrijding. Het racistische element hierin is evident, laat Kendi zien. Puur cijfermatig is in de jaren tachtig het gebruik van crack en coke gelijk. Crack is de drug voor zwarten, coke is voor de witte mensen. Voor het bezit van crack zijn straffen honderden malen strenger. De gevangenissen lopen vol met zwarte drugsgebruikers, terwijl er meer witte dan zwarte drugshandelaren zijn.

 

Reagan kondigde zijn war on drugs aan en opende hiermee een strijd tegen het zwarte deel van de bevolking. De angst voor criminaliteit zit diep bij Amerikanen. Iedere volgende president zorgde voor een strengere wetgeving, zowel bij Clinton (New Democrats) als bij Bush (New Republicans). Dit leidde tot het aantal van twee miljoen gevangenen in het jaar 2000 en een afname is nog niet in zicht. Een onevenredig aantal gevangenen is zwart en het grootste deel van hen zit vanwege druggerelateerde misdaad. Dat kan al zijn voor het roken van een paar joints. Kendi staat lang stil bij dit onderwerp en hij laat hiermee goed zien hoe een groot maatschappelijk onderwerp doordrenkt is van racistische ideeën. Zijn laatste paragraaf heet ‘The extraordinary Negro’ en gaat over Obama. Als intellectueel wordt hij door veel Amerikanen gezien als de uitzondering op de regel. Ook hij heeft compromissen moeten sluiten en wellicht onder druk van witte kiezers zijn eigen achterban streng toegesproken. Zij moesten vooral goed gedrag laten zien.

 

Stamped from the beginning is een rijk boek. Het onderwerp is de geschiedenis van racistische ideeën, maar het is ook een geschiedenis van de Verenigde Staten. De twee zijn niet los van elkaar te zien. De schrijfstijl van Ibram X. Kendi is ondanks de soms complexe onderwerpen zeer helder. Je moet er wel tegen kunnen dat het boek vol met feiten staat en dat hij veel namen noemt waar je misschien nog nooit van gehoord hebt. Bij de behandeling van de twintigste eeuw was er bij mij meer herkenning. Maar als een onderwerp boeiend of belangrijk is en het boek is goed geschreven dan kunnen er voor mij niet genoeg weetjes in staan of zijpaden worden ingeslagen.



 

2 opmerkingen: