vrijdag 2 oktober 2020

Judith Visser – Zondagsleven


Met Zondagskind  publiceerde Judith Visser in 2018 een indringend boek over autisme bij een kind. Zij schreef hierin voor het eerst uitgebreid over dit autobiografische onderwerp. Zondagsleven is een vervolg op dit boek, maar kan ook uitstekend zelfstandig gelezen worden. Het chronologisch vertelde verhaal van Jasmijn Vink gaat verder waar het in Zondagskind ophield. Het boek draait om autisme gezien vanuit de dagelijkse wereld van een volwassene. 


Het boek gaat over belangrijke thema’s in het leven van Jasmijn: haar werk, haar woning en haar relatie. Aan het begin van het verhaal werkt zij als receptioniste op en kantoor, heeft zij een zelfstandige woning in Pendrecht en een vriend die op een vaste doordeweekse avond langskomt. Zij zien elkaar ook in het weekend. Nadat Jasmijn van school is gegaan en niet langer meer in de maat hoeft te lopen, ervaart zij ten volle haar vrijheid. “Nu kon ik mijn eigen koers varen. Elke maand ontving ik een salaris, waardoor ik mijn huur kon betalen en onafhankelijk kon blijven. Steeds als ik voor mijn koelkast stond en de inhoud bekeek, wist ik dat het mijn druivensap was, mijn amandelkaas. Mijn keuzes.”

 

Visser omschrijft haar leven als een cocon, waar wel plaats is voor anderen, maar het blijft een kleine wereld met vaste patronen. Jasmijn moet zich kunnen terugtrekken. Zij moet zich veilig kunnen voelen in haar huis en de buitenwereld buiten kunnen laten. Jasmijn bedenkt regelmatig dat afstand fijn is. Op afstand kan zij gebeurtenissen meebeleven. Pratend aan de telefoon met haar vriend begrijpt zij zijn enthousiasme voor bepaalde dingen, maar zij hoeft er geen deel van uit te maken. 

 

Deze afstand ervaart zij in ruimte, maar in tijd speelt het ook een rol in haar denkwereld. De normale Jasmijn zou goed weten om te gaan met lastige situaties zoals op het werk. In de nabeleving creëert Jasmijn deze normale variant van haarzelf. Het zet haar handelen in een ander perspectief. Maar uiteindelijk verlangt zij naar de echte Jasmijn, die pas tot leven komt wanneer zij in alle rust met haar hond Romy kan wandelen. Romy is alles voor Jasmijn. Helaas mag Romy niet mee naar kantoor. In dat geval zou Jasmijn zich veel beter kunnen redden. De echte Jasmijn hoeft niet naar kantoor, hoeft niet naar drukke winkels en feestjes en hoeft geen sociale contacten te onderhouden en gesprekken te voeren die nergens over gaan.

 

In de loop van het verhaal wordt Jasmijn op de proef gesteld. Het leven in een cocon valt niet altijd vol te houden, dat wil zeggen: de buitenwereld verwacht soms andere dingen van haar. Ik zal niets over de verhaallijnen vertellen, maar dit is een terugkerend thema. Op vele manieren behandelt Visser dit. De variaties op dit thema geven heel goed weer hoe het moet zijn om met autisme te leven. Het is een belangrijk vraag: pas je je zoveel mogelijk aan om je in de normale wereld te kunnen handhaven of probeer je de omgeving zo in te richten dat je echte ik tot volle wasdom kan komen. Het is een vraag die bij iemand met autisme als Jasmijn voortdurend in sterke mate speelt, maar die voor heel veel mensen cruciaal is. Zondagsleven is hiermee niet uitsluitend een boek over iemand met autisme, maar het gaat ook over opgroeien en een plaats vinden in de wereld waarin je leeft.

 

Dit proces gaat bij Jasmijn niet vlekkeloos. Haar vriend vraagt geregeld waarom zij mensen vermijdt, want je moet toch een beetje wennen aan de buitenwereld. Jasmijn antwoordt: “Ik voel mij beter als ik mensen vermijd, dus vermijd ik ze. Als iemand suikerziekte heeft suiker vermijdt om gezond te blijven, dan vindt iedereen dat slim en gezond, maar als ik ménsen vermijd om gezond te blijven, dan is dat niet goed?”

 

Het onderwerp autisme lijkt zwaar en Zondagsleven bevat tragisch en schrijnende scenes. Gelukkig wisselt Visser deze af met hele komische situaties. Zoals op het kantoor waar zij werkt. Vaak komt zij in botsing met haar direct leidinggevende Martha. Bij Martha draait het om uiterlijke vorm en vooral: doen wat hoort. Zij begrijpt niets van Jasmijn. Na een kleine, letterlijke botsing maakt zij een grappig bedoelde opmerking. “Martha zei het met een hoog lachje, maar ik had genoeg lachjes in mijn leven bestudeerd om te weten wanneer het nep was.”

 

Nadat Jasmijn haar werkplek wat leuker heeft ingericht krijgt zij van Martha een berisping. Boos vertelt zij ‘s avonds aan Nick hierover. Zij noemt de onderneming waar zij werkt “één grote verzameling van stompzinnige regels.”Nick reageert met te zeggen dat zij regels toch juist fijn vindt. “Niet als het nergens op slaat. Regels bieden houvast als er logica in zit. Of als je ze zelf hebt bedacht. Dan kun je er tenminste wat mee.” Als lezer sta je natuurlijk volledig aan de kant van Jasmijn, maar interessant is dat je ook van te voren aan ziet komen dat wat zij doet tot een conflict moet leiden. Het is een scène die goed laat zien hoe iemand met autisme in een alledaagse situatie door een klein ding al in conflict kan komen met een soortgenoot.

 

Mooi als tegenhanger van zulke situaties beschrijft Visser de omgang met Romy. Met haar hond zijn er nooit conflicten. Een hond accepteert hoe iemand is en houdt zich niet bezig met hoe iets hoort. Naast Jasmijn is Romy de tweede hoofdpersoon in Zondagsleven en de belangrijkste persoon in het leven van Jasmijn, dit soms tot ergernis van haar vriend Nick. 

 

Zondagsleven is een geslaagd vervolg op Zondagskind. Judith Visser heeft een prettige, begrijpelijke manier van schrijven. Het verhaal draait om leven met autisme en een plaats vinden in de wereld waarin je bent belandt. Jasmijn komt in de loop van deze zoektocht telkens in gelijksoortige situaties terecht. Botsingen met de buitenwereld keren steeds terug in andere gedaanten. Deze ‘herhalingen’ brengen haar steeds net even verder. Het verhaal krijgt hier een bepaalde spanning mee, waardoor je steeds door wilt blijven lezen. 

1 opmerking: