Twee jaar terug verscheen Schrikkeljaar, het debuut van Anka Hashin, een verhalenbundel die ik helemaal heb gemist. Onlangs kwam haar tweede boek uit, wederom een verhalenbundel. Hij is mooi vormgegeven en de titel sprak mij ook meteen aan: Poging tot fiasco. Hashin is geboren in 1980 in wat toen de Sovjet-Unie heette. Haar verhalen zijn niet-realistisch in de zin dat er nooit een plaats of tijd wordt genoemd, maar sommige verhalen lijken zo weggelopen uit een negentiende-eeuwse Russische verhalenbundel.
De vele hoofdpersonen in de verhalen, het zijn er nogal wat, want het is een dikke bundel, streven bijna allemaal naar ontsnapping uit het dagelijkse bestaan: een arts ontmoet een engelachtige vrouw uit het ziekenhuis; hij wil haar redden en denkt het geluk gevonden te hebben. In een ander verhaal krijgt een antiekhandelaar een zeer kostbaar kleinood in handen; of een arme wetenschapper wordt door zijn vrouw verlaten omdat hij weer geen promotie heeft gekregen en zij niet langer in armoede wil leven; dan gaat hij naar de paardenrace en gokt op een paard dat volgens de kenners nooit zal winnen. In deze verhalen is de ontknoping anders dan je verwacht, de schrijfster schuwt niet om bovennatuurlijke verschijnselen te laten plaatsvinden of om haar personages dingen te laten doen die regelrecht tegen hun eigenbelang ingaan. De wetenschapper wint natuurlijk een prijs, maar profiteert er niet van; of is hij toch tevreden met wat hij ermee gedaan heeft? Zo gaat de erfenis in een ander verhaal, na allerlei capriolen, aan de neus van de rechthebbende voorbij; maar de verrassende uitkomst is misschien toch beter voor hem.
De manier van vertellen van Hashin is simpel, recht toe rechtaan, wat goed contrasteert met de wonderlijke gebeurtenissen die soms plaatsvinden. De toon is hier en daar wel wat kinderachtig, maar dit stoorde mij verder niet; de verhalen van de grote Russen hebben dit soms ook. Deze toon sluit wel weer goed aan bij het sprookjesachtige dat sommige verhalen hebben. Ze spelen in een groot bos, waar de mensen in simpele boshutten wonen. Een vader vindt dat zijn dochter moet trouwen en stuurt haar naar een dorpsfeest; op weg erheen verdwaalt zij in het bos en zoekt bescherming in de top van een boom. De volgende ochtend hoort zij stemmen van onderaan de boom… Leuk is dat zij goed weet af te wisselen in sfeer. Zo staat er in een spookverhaal opeens een geestige filosofische zin over ouderdom: ‘De ouderdom is een mislukt experiment Gods om de mensen tot zijn uiterste graad van ervaring, wereldkennis en wijsheid te laten komen en dit alles vervolgens in een rimpelige zak met botten te proppen.’ In een ander, absurdistisch verhaal, strijden twee mannen om een vrouw; het duel wordt uitgevochten met worsten als wapens. ‘En zoals in sommige culturen bekend is, heeft een worst twee uiteinden, een winnende en een verliezende.’
Tot slot een voorbeeld van een originele vergelijking zoals er meer te vinden zijn in deze mooie bundel. In dit verhaal zit een man gevangen tussen zijn frivole vriendin en zijn inwonende, bazige moeder. ’In elke driehoek is er altijd één stompe, luidt een meetkundige stelling. Maar is dat zo? Op de linkerflank onder druk gezet door de zware cavalerie van zijn moeder, op de rechterflank aangevallen door de artillerie van zijn jonge vriendin, wierp Schwets, niet in staat om weerstand te bieden, een witte vlag uit naar hen beiden, en tekende zo zijn eigen vonnis. Niemand spaarde hier krijgsgevangenen.’
Leuk dat je een verhalenbundel bespreekt en dan ook nog een vrij onbekende! Ik moet nodig weer eens korte verhalen gaan lezen :)
BeantwoordenVerwijderen