Bij het lezen van de nieuwste roman van L.H. Wiener moest ik sterk denken aan Koos van Zomeren, waarvan ik onlangs We gaan zo las, een boek dat je kunt lezen als een afscheid. Zo blikt Wiener met In verlatenheid ook terug op zijn leven alsof dat inmiddels voorbij. Beide auteurs zijn rond de tachtig; ze zijn niet helemaal vergeten, hebben een klein en fanatiek lezerspubliek, maar bestsellers zullen ze niet meer schrijven. Beiden zijn stilisten waarvoor het vooral gaat om hoe iets is geformuleerd. Het verhaal doet er wat minder toe, maar na lezing van In verlatenheid had ik net als na het lezen van We gaan zo het gevoel een afgeronde roman te hebben gelezen.
donderdag 20 november 2025
L.H. Wiener – In verlatenheid
Mathijs Deen – Gras
Van Mathijs Deen lees ik alles, zowel zijn non-fictie, zijn waddenthrillers als zijn andere romans. Omdat zijn stem zo aangenaam is luister ik zijn boeken het liefst, zo ook deze net verschenen korte roman over een aantal generaties tuinbazen. Hij vertelt chronologisch het verhaal van de mannen die werkten op het landgoed Broeckvoorde, van 1848 tot 1954, maar het verhaal gaat vooral over standsverschillen en het verglijden van de tijd.
zondag 9 november 2025
Koos van Zomeren – We gaan zo
Bij ieder nieuw boek van Koos van Zomeren denk ik dat het zijn laatste zal zijn. In de roman Gevolgen waarover hij schrijft in dit dagboek, kijkt hoofdpersoon Ronald Walraven terug op zijn leven; hij zegt wel dat hij met beide benen buiten het graf staat, maar veel scheelt het niet of hij ligt erin. Van Zomeren mijmert in We gaan zo ook voortdurend over zijn naderende einde. Hij kampt met lichamelijke gebreken, in de bergen wandelen lukt hem niet meer en als schrijver dreigt hij vergeten te worden. Hij schrijft verder over zijn dagelijkse bezigheden, over schrijven (op een typemachine) en over dit dagboek zelf. Het maakt mij niet zoveel uit waarover hij schrijft, het is altijd boeiend, zelfs als hij uitgebreid verslag doet van wat hij op televisie bekijkt aan sportwedstrijden.


