dinsdag 8 juni 2021

Michelle van Dijk – Witter dan sneeuw


 

Na Darko’s lessen (2017) is Witter dan sneeuw de tweede roman van Michelle van Dijk. In haar debuut stond de liefde tussen twee mensen centraal, in haar nieuwe boek concentreert Van Dijk zich op één personage, Judith Mulder. Zij is opgegroeid in een zwaar evangelisch milieu. Van Dijk vertelt het verhaal van haar ontworsteling hieraan en van het zoeken naar een plek in de wereld als zelfstandige vrouw. Het verhaal speelt in Rotterdam en Van Dijk noemt straten en andere herkenbare plekken in de stad. 

 

De roman heeft drie delen: Zuid, Noord en West, naar de plekken waar Judith woonde, maar het grotendeels chronologisch vertelde verhaal is vooral opgebouwd uit korte hoofdstukken met scènes uit haar leven. De stukken van enkele pagina’s lang kun je bijna lezen als losse verhalen. Het verteltempo ligt hoog, Judith maakt veel mee en reflecteert gaandeweg steeds meer op haar leven. 

 

Al jong neemt Judith afstand van het geloof. Zij was gehecht aan de wereld die volledig in dienst staat van het geloof. Het voelt als één grote familie. Zij hield van de jeugdkampen, met een vast dagritme, waar alles voor je werd geregeld. Ook bij een demonstratie in Amsterdam waar zij als kind heen gaat met een oudere man uit het dorp ervaart zij de warmte van een groep die gedreven wordt door dezelfde overtuiging. Toch moet zij hier los van komen. Zij gelooft gewoon niet meer in God, tot groot verdriet van haar ouders. Haar oudere zus en jongere broer, die naar later blijkt een vorm van autisme heeft, blijven wel binnen de gemeente en zijn overtuigd van hun geloof. Op het gymnasium doet zij het goed. Zij krijgt verkering met John, een doodgewone jongen met een rauw randje. Wanneer zij haar eindexamen heeft gehaald trekt zij onmiddellijk bij hem in. Hij werkt, zij studeert.

 

Opmerkelijk is dat het losraken van Judith uit het toch wel warme nest niet heel dramatisch verloopt. Zij wordt niet verstoten, maar kiest er zelf voor om weg te gaan. Haar familie ziet zij daarna niet zo vaak meer, maar er is geen haat over en weer. Het drama zit meer in het zoeken naar een nieuw onderkomen. Judith weet niet precies wat zij wil, vooral in relaties laat zij zich leiden door wat haar gevoel haar ingeeft. Diverse keren is zij het die een relatie verbreekt. Van Dijk beschrijft haar leven in detail en schuwt het niet om allerlei dagelijkse beslommeringen bij het opvoeden van haar twee kinderen, het sporten, het uithuilen bij een vriendin, uitvoerig te laten passeren. Ook hier ligt het tempo prettig hoog en lezen deze passages lekker weg. Wel vroeg ik mij steeds vaker af of dit alles bijdraagt aan een beter begrip van haar karakter. Er gebeurt heel veel, maar haar leven lijkt ook stil te staan, haar handelen lijkt nergens heen te leiden. Oké, een derde verhuizing, een nieuwe baan, weer een onbezonnen verliefdheid, een nieuwe vriend die alweer niet de ware is, of wel? Misschien is dat juist de kracht en wordt het verhaal hierdoor realistisch, maar het mist daarbij wel een spannend plot of een dramatische ontknoping. 

 

Het weggaan uit het gezin en het breken met de kerk wordt door anderen misschien opgevat als een egoïstische daad. Maar Judith kiest bewust voor zichzelf. Wanneer zij zich niet gelukkig voelt in een relatie verbreekt zij die. “Wat is erger: een ander ongelukkig maken door weg te gaan of jezelf ongelukkig maken door te blijven.” Maar op den duur wordt het steeds vager wat dat geluk dan is waar zij voor kiest. Zelf beseft Judith dit dilemma ook steeds duidelijker. Zij worstelt met vrijheid en liefde, “maar dat doet iedereen in deze tijd. Het ligt niet aan mij.” Zij verlangt naar een normaal leven, waar dingen gewoon leuk zijn, maar dat lijkt uitgesloten voor haar. 

 

Het grootste deel van het verhaal speelt tijdens het volwassen leven van Judith. Er hadden voor mij wel meer fragmenten uit haar jeugd in het boek gemogen, vooral om de tegenstelling scherper te laten zien. Het sterkst zijn de passages waarin Judith twijfelt over haar keuzes. Zij voelt dan de warmte die het geloof haar vroeger bood. Ondanks dat zij de kerk heeft verlaten, wordt zij niet cynisch. Zij gelooft gewoon niet meer, haar familie wel. Zij neemt hen niets kwalijk. De zus van Judith laat zich als volwassen vrouw dopen, in het wit. Judith is in de kerk aanwezig en is diep ontroerd. Zij ziet het geluk van haar familie en zij denkt alleen maar: “wat mooi, wat mooi, de vader die zijn dochter inwijdt in het geloof, haar welkom heet in zijn wereld, zijn leven. Wat mooi dat zij dat nu delen, dit zo persoonlijke geloof.”

 

Witter dan sneeuw, overigens een goeie titel die je op verschillende manieren kunt interpreteren; onschuld, reinheid, een nieuwe begin, is een mooi geschreven en voor velen herkenbaar verhaal. Michelle van Dijk heeft gekozen voor een sterk realistisch verhaal, waarin herhaling het dilemma van haar hoofdpersonage steeds sterker toont, zonder dat dit tot een bevredigende oplossing leidt. Het verhaal bevat veel alledaagse dialogen en zelfreflecties van de hoofdpersoon, maar bevat ook de nodige grappige scènes. Hier en daar worden situaties pijnlijk, maar nergens echt wanhopig. Wanneer Judith besluit haar vriend te verlaten stelt zij de cruciale vraag: “ik wist het heus, we hoorden niet bij elkaar, hadden nooit bij elkaar gepast, ik hoorde niet in zijn wereld, maar waar dan wel?

1 opmerking: